Tagarchief: Zaak 40/61 (de)

Plagieerde Mulisch Hannah Arendt?

Een jaar of twee geleden maakte ik er melding van dat Harry Mulisch en Hannah Arendt elkaar geschreven hebben naar aanleiding van hun beider boeken over het Eichmann-proces. Een leuke vondst, meende ik, meer niet. Wie beide boeken heeft gelezen, ziet inderdaad de overeenkomsten tussen hun theorieën en daar corresponderen ze kort over.

Mulisch meldt in zijn brief dat hij Eichmann in Jeruzalem de Duitse vertaling van De zaak 40/61 bijvoegt op suggestie van Mary McCarthy, die ze beiden kenden. Inderdaad bevindt Strafsache 40/61 zich in de Hannah Arendt Library van het Bard College.

Arendt schrijft in haar antwoord dat ze in de gereviseerde versie van haar boek Mulisch een aantal keer zal citeren. Ik moet dan ook wel eens lachen als ik – vooral op internet – lees dat Mulisch Hannah Arendt zou hebben nagepraat of zelfs geplagieerd.
Lees verder

Gevangen in een net van fictie

In het Mulisch-onderzoek wordt regelmatig geprobeerd het oeuvre in te delen in periodes. De auteurs in kwestie relativeren de betekenis van deze opdelingen in het algemeen wel, maar het is opvallend dat het gebeurt, en blijft gebeuren.Zelf vind ik dit een onzinnige activiteit. Periodes aanbrengen in een oeuvre kan alleen maar door werken weg te moffelen of door grof te generaliseren. En daarbij heb ik nog nooit één snipper nut gezien van periodisering. Een van de redenen daarvoor is, dat er één “periode” is die nogal voor de hand ligt: die van de jaren zestig, waarin Mulisch geen fictie publiceerde en zich zeer links-geëngageerd opstelde. Heb je die periode al te pakken als onderzoeker, dan is het verleidelijk om ook ervóór en erna naar afbakeningen te zoeken.

De “periode” van de jaren zestig is intrigerend. Vanwaar de ommezwaai? Hoe komt het dat (uitgerekend) Mulisch in die jaren in een interview kon zeggen dat er weer een anoniem kunstenaarschap aan zat te komen, net als in de Middeleeuwen? Waarom schreef hij geen fictie meer?

Lees verder

Briefwisseling van Hannah Arendt en Harry Mulisch

In 1964 stuurde Harry Mulisch de Duitse vertaling van De zaak 40/61 (Strafsache 40/61) naar Hannah Arendt. Mary McCarthy had hem dat aangeraden. Mulisch had Arendts boek uit 1963 gelezen en merkt op dat hij getroffen was door de gelijkenis in hun beider theorieën.
De briefwisseling van Hannah Arendt en Harry Mulisch uit 1964 bevestigde de overeenkomst tussen hun beider theorieën over Adolf Eichmann.
Arendt stuurde Mulisch een brief terug, waarin ze zei ook een sterke gelijkenis te zien in aanpak en theorie. Ze reviseerde op dat moment de Duitse vertaling van haar boek en meldt dat ze Mulisch daar een aantal keer in citeert. Deze citaten zijn in latere uitgaven van haar boek behouden, onder andere in de Nederlandse vertaling.

In een zoektocht op internet ben ik deze brieven jaren geleden tegengekomen. Ze maken deel uit van de collectie ‘The Hannah Arendt Papers’ van de Library of Congress in Washington, D.C. Ik heb ze hieronder uitgetikt.
Lees verder