Tagarchief: Mulisch naar ik veronderstel

J.H. Donner

Het Hooglied in Het stenen bruidsbed (bijgewerkt)

In haar serie hoorcolleges over het oeuvre van Harry Mulisch komt Marita Mathijsen te spreken over Het stenen bruidsbed en over Mulisch’ vriendschap met Hein Donner. Mulisch las Donner dagelijks voor wat hij die dag geschreven had.

Jongen, jij wordt de risee van de Nederlandse literatuur, had Donner hem voorspeld. Maar hij gaf hem ook goede adviezen, want Mulisch had in Het stenen bruidsbed ook wat verwijzingen naar de bijbel verwerkt. Behalve die homerische zangen had hij ook bijbelse zangen in de trant van het Hooglied daarin verwerkt, en die heeft hij op advies van Donner eruit gelaten. Je moet niet en de klassieken en de bijbel erin willen gooien, zei hij. En later heeft hij die passages die hij eruit gegooid heeft nog gebruikt in De ontdekking van de hemel.

Mulisch. Een hoorcollege over het oeuvre van Harry Mulisch, cd 2, hoofdstuk 6.

Toen ik dit hoorde, had ik het gevoel dat het niet klopte. Ik meende me te herinneren dat Donner zelf had geschreven dat het omgekeerd was: Mulisch had zelf de bijbelse passages geschrapt, terwijl Donner ze juist goed vond. De suggestie dat Mulisch de geschrapte passages aan het op Donner gebaseerde personage Onno heeft toebedeeld in De ontdekking van de hemel komt van Peter Henk Steenhuis. Maar zojuist las ik in Mathijsens interviewbundel Het voorbestemde toeval dat Mulisch zelf aan Mathijsen verteld heeft, dat het precies zo gegaan is: Donner adviseerde Mulisch tijdens het schrijven van Het stenen bruidsbed dat deze verwijzingen naar het Hooglied niet in de roman thuis hoorden.
Lees verder

Het mirakel (2) ⋆ Zang

Rome brandt, Nero zingt (Zang, Het mirakel, Harry Mulisch)

Rome brandt, Nero zingt

Het verhaal Zang, uit de bundel Het mirakel. Episodes van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen (1955), is typisch voor de bundel als geheel. Zoals ik eerder schreef in Het mirakel (1) ⋆ Gelijkenis, is deze verhalenbundel te beschouwen als een verzameling proefboringen naar thema’s en obsessies die steeds in Mulisch’ oeuvre terugkomen.

De hoofdpersoon, de heer Tiennoppen, krijgt in deze vertelling het masker op van de Romeinse keizer Nero.

Lees verder

Het mirakel (1) ⋆ Gelijkenis

Het mirakelLang geleden, in 2000, schreef ik voor het Nijmeegse vakgroepsblad Letterlik een stuk over Het mirakel. Episodes van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen. Het artikel heette Het mooiste kleintje. Over ‘Het mirakel van Harry Mulisch’. Ik kan het nu niet terugvinden, maar herinner me vagelijk welke onderwerpen ik aansneed. Op deze website ga ik dat artikel dunnetjes overdoen. Niet omdat dat artikel zo goed was (al herinner ik me dat het lang niet slecht was), maar vooral omdat Het mirakel de aandacht verdient, zoals ik hoop aan te tonen met deze en de volgende notities.

Hoewel alle verhalen uit de bundel om dezelfde persoon draaien, namelijk de heer Tiennoppen, kun je eigenlijk niet spreken van een hoofdpersoon. De enige overeenkomsten tussen de protagonisten van de verschillende verhalen zijn de naam Tiennoppen en hun gezinssituatie. Als Mulisch voor ieder verhaal een andere naam had bedacht, dan zou dat niet wezenlijk hebben uitgemaakt, behalve de humor die schuilt in de afwisseling van rollen die Tiennoppen te spelen krijgt (die van pyromaan, brave huisvader, filosoferende moordenaar, Goethe, …).

Lees verder