Tagarchief: Mulisch. Een hoorcollege

Marita Mathijsen

Het Hooglied in Het stenen bruidsbed (bijgewerkt)

In haar serie hoorcolleges over het oeuvre van Harry Mulisch komt Marita Mathijsen te spreken over Het stenen bruidsbed en over Mulisch’ vriendschap met Hein Donner. Mulisch las Donner dagelijks voor wat hij die dag geschreven had.

Jongen, jij wordt de risee van de Nederlandse literatuur, had Donner hem voorspeld. Maar hij gaf hem ook goede adviezen, want Mulisch had in Het stenen bruidsbed ook wat verwijzingen naar de bijbel verwerkt. Behalve die homerische zangen had hij ook bijbelse zangen in de trant van het Hooglied daarin verwerkt, en die heeft hij op advies van Donner eruit gelaten. Je moet niet en de klassieken en de bijbel erin willen gooien, zei hij. En later heeft hij die passages die hij eruit gegooid heeft nog gebruikt in De ontdekking van de hemel.

Mulisch. Een hoorcollege over het oeuvre van Harry Mulisch, cd 2, hoofdstuk 6.

Toen ik dit hoorde, had ik het gevoel dat het niet klopte. Ik meende me te herinneren dat Donner zelf had geschreven dat het omgekeerd was: Mulisch had zelf de bijbelse passages geschrapt, terwijl Donner ze juist goed vond. De suggestie dat Mulisch de geschrapte passages aan het op Donner gebaseerde personage Onno heeft toebedeeld in De ontdekking van de hemel komt van Peter Henk Steenhuis. Maar zojuist las ik in Mathijsens interviewbundel Het voorbestemde toeval dat Mulisch zelf aan Mathijsen verteld heeft, dat het precies zo gegaan is: Donner adviseerde Mulisch tijdens het schrijven van Het stenen bruidsbed dat deze verwijzingen naar het Hooglied niet in de roman thuis hoorden.
Lees verder

Eindelijk: De ontdekking van Moskou

Bij zijn leven heeft Mulisch geregeld geschreven en gesproken over zijn zogeheten schaduwoeuvre, bestaande uit onvoltooide werken. In De toekomst van gisteren besprak hij bijvoorbeeld projecten als Het twaalfde huis van monsieur Zimbalist, Naasting en Gratie voor de doden. En in De gezochte spiegel voerde hij de schrijver Alex Zwart op, wiens gehele oeuvre bestaat uit de werken uit Mulisch’ eigen schaduwoeuvre.

De auteur wist mij als lezer behoorlijk nieuwsgierig te maken naar de manu- en typoscripten van zijn schaduwoeuvre. Dat komt onder meer door de publicatie van Tussen sterven en begraven in De verteller verteld: deze onvoldragen novelle, op het laatste moment teruggetrokken uit de bundel De versierde mens, geeft veel inzicht in het ontstaan van Mulisch’ oeuvre en zijn filosofie van masker en niets.

Ik hoop daarom al lange tijd op de publicatie van De ontdekking van Moskou, het prominentste schaduwboek uit Mulisch’ oeuvre, vooral omdat het licht kan werpen op de romanloze periode tussen Het stenen bruidsbed en De verteller. De gangbare verklaring voor het gegeven dat Mulisch geen romans publiceerde in de jaren zestig is dat hij te zeer bezig was met de maatschappelijke veranderingen in Nederland en de internationale crises van die jaren. Ik heb altijd gevonden dat dat niet kon kloppen, althans dat het niet de hele waarheid was, aangezien Mulisch aan verschillende romans schreef in die jaren. Alleen vond hij kennelijk dat het niet goed genoeg was en ik zou graag snappen waarom.

Lees verder