Tagarchief: Stenen bruidsbed (het)

Het Hooglied in Het stenen bruidsbed (bijgewerkt)

In haar serie hoorcolleges over het oeuvre van Harry Mulisch komt Marita Mathijsen te spreken over Het stenen bruidsbed en over Mulisch’ vriendschap met Hein Donner. Mulisch las Donner dagelijks voor wat hij die dag geschreven had.

Jongen, jij wordt de risee van de Nederlandse literatuur, had Donner hem voorspeld. Maar hij gaf hem ook goede adviezen, want Mulisch had in Het stenen bruidsbed ook wat verwijzingen naar de bijbel verwerkt. Behalve die homerische zangen had hij ook bijbelse zangen in de trant van het Hooglied daarin verwerkt, en die heeft hij op advies van Donner eruit gelaten. Je moet niet en de klassieken en de bijbel erin willen gooien, zei hij. En later heeft hij die passages die hij eruit gegooid heeft nog gebruikt in De ontdekking van de hemel.

Mulisch. Een hoorcollege over het oeuvre van Harry Mulisch, cd 2, hoofdstuk 6.

Toen ik dit hoorde, had ik het gevoel dat het niet klopte. Ik meende me te herinneren dat Donner zelf had geschreven dat het omgekeerd was: Mulisch had zelf de bijbelse passages geschrapt, terwijl Donner ze juist goed vond. De suggestie dat Mulisch de geschrapte passages aan het op Donner gebaseerde personage Onno heeft toebedeeld in De ontdekking van de hemel komt van Peter Henk Steenhuis. Maar zojuist las ik in Mathijsens interviewbundel Het voorbestemde toeval dat Mulisch zelf aan Mathijsen verteld heeft, dat het precies zo gegaan is: Donner adviseerde Mulisch tijdens het schrijven van Het stenen bruidsbed dat deze verwijzingen naar het Hooglied niet in de roman thuis hoorden.
Lees verder

De ontdekking van Moskou: vooraf

De ontdekking van Moskou onderweg is onderweg naar Zweden, waar ik woon, en dus heb ik nog net even de gelegenheid om voor mijzelf, en voor deze website, te noteren wat ik van deze roman verwacht. ‘Roman’, schrijf ik, omdat ik er op basis van Arjan Peters’ recensie van uitga dat het boek als zodanig gepresenteerd is. In mijn vorige bericht over De ontdekking van Moskou zei ik al dat ik me afvroeg hoe het boek het zou doen bij de gewone lezers, wie dat ook zijn. Beroepslezer Arjan Peters was alvast duidelijk: dit boek is volgens hem terecht niet gepubliceerd door Mulisch zelf, en de poging van de bezorgers om het te verkopen als de sublieme spil van het oeuvre is een faliekante misstap.

Zou kunnen natuurlijk. Hoewel ik het tot nu toe altijd oneens ben geweest met Peters’ meningen over Mulisch’ oeuvre, ben ik geneigd hem voorlopig te geloven.

Ik denk dat De ontdekking van Moskou wel een belangrijk werk is in Mulisch’ oeuvre, maar niet omdat het een meesterwerk is, dat je “gelezen moet hebben”. Dat soort boeken zijn te vinden in het oeuvre dat Mulisch zelf gepubliceerd heeft. Welke daarvan zullen de tijd overleven? Het stenen bruidsbed is misschien wel zijn grootste prestatie, maar leest lastig. De ontdekking van de hemel is erg dik, maar zal voorlopig wel gelezen blijven worden. De aanslag, door Peters (cynisch?) een succesroman genoemd, heeft eigenschappen die latere generaties kunnen blijven bekoren. De elementen is een outsider, zou je kunnen zeggen. Enfin, het blijft gokken.


Nee, De ontdekking van Moskou lijkt mij op voorhand een boek voor liefhebbers, voor literatuurwetenschappers en misschien voor schrijvers; je kunt je voorstellen dat een grandioze mislukking voor hen lezenswaard kan zijn. Ik zou bijvoorbeeld best willen weten wat Jeroen Brouwers ervan vindt.

Ik schreef het al eerder, ik hoop door dit boek te begrijpen waarom Mulisch een decennium lang geen romans publiceerde. Mijn theorie schrijf ik nu op, nu ik het boek nog niet gelezen heb. Ik baseer mij op de fragmenten die in de loop der jaren prijsgegeven zijn en mijn algemene theorie over het oeuvre.

Ik denk dat Mulisch met De ontdekking van Moskou als het ware na Het stenen bruidsbed een verkeerde afslag genomen had en een schrijver aan het worden was, die hij uiteindelijk niet was. Zelf achtte hij De ontdekking van Moskou bloedeloos, omdat het niet over mensen ging. (Waar ging het dan wel over?) Mulisch was uiteindelijk geen schrijver van bloedeloos werk, hoe cerebraal het soms ook was, en al waren zijn personages dragers van maskers, mensen zijn dat volgens hem ook, en die maskering heeft algemeen-menselijke emotie nauwelijks in de weg gestaan.

Lees verder

Het mirakel (2) ⋆ Zang

Rome brandt, Nero zingt (Zang, Het mirakel, Harry Mulisch)

Rome brandt, Nero zingt

Het verhaal Zang, uit de bundel Het mirakel. Episodes van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen (1955), is typisch voor de bundel als geheel. Zoals ik eerder schreef in Het mirakel (1) ⋆ Gelijkenis, is deze verhalenbundel te beschouwen als een verzameling proefboringen naar thema’s en obsessies die steeds in Mulisch’ oeuvre terugkomen.

De hoofdpersoon, de heer Tiennoppen, krijgt in deze vertelling het masker op van de Romeinse keizer Nero.

Lees verder

‘Dat zijt gij’. De filosofie van masker en niets van Harry Mulisch

Dit is een poging om de essentie van mijn doctoraalscriptie van ruim 200 pagina’s terug te brengen tot één essay over de filosofie van masker en niets van Harry Mulisch. De leesbaarheid komt door dit twijfelachtige streven zonder enige twijfel ernstig in het gedrang, maar vanwege voldoende positieve reacties neem ik het stuk hier toch op. Wat erin staat klopt trouwens grotendeels.

Het stuk mag beschouwd worden als een hommage aan E.G.H.J. Kuipers.

Lees verder