In december 1992 kreeg ik De ontdekking van de hemel cadeau. Ik zat in mijn eindexamenjaar en in een zeldzame vlaag van discipline besloot ik het boek pas na mijn laatste examen te lezen. Ik moest voor Nederlands, Duits, Engels en Geschiedenis nog een mondeling schoolonderzoek doen, waarvoor de nodige boeken moesten worden gelezen.

Het omslag van de eerste drukken van De ontdekking van de hemel
Het moet dus ergens in mei 1993 zijn geweest dat ik het boek las. Ik las het in één nacht uit. Ik vond het een geweldig boek en deze ervaring was het begin van een innige relatie met het oeuvre van Harry Mulisch. Ik studeerde erop af, met een doctoraalscriptie van ruim 200 bladzijdes A4. Tijdens het schrijven kon ik duidelijk mijn enthousiasme niet de baas; ik kon maar niet ophouden.
Sindsdien ben ik geruime tijd van plan geweest om – desnoods in eigen tijd – te promoveren op het oeuvre van Harry Mulisch. Dat is er niet van gekomen, en zal er niet van komen. Naast gebrek aan tijd speelt me parten dat ik niet goed meer op de hoogte ben van wat er in de literatuurwetenschap gaande is. En wat ik op de universiteit geleerd heb, is trouwens al vrijwel verdwenen, althans zo diep weggezakt dat het me maanden zou kosten om weer enigszins op niveau te komen.
Vandaar deze notities, waar ik zonder al te veel regelmaat aan zal schrijven.
Het is simpelweg mijn bedoeling om mijn ideeën, vondsten en interpretaties rondom Mulisch’ oeuvre neer te schrijven en te delen met de geïnteresseerde websurfer. Doel daarachter is, om eraan bij te dragen dat dit oeuvre, dat me veel goeds heeft gebracht, levend blijft. Want het kan snel slecht aflopen, ook met zeer grote schrijvers.