De ontdekking van Moskou: vooraf

De ontdekking van Moskou onderweg is onderweg naar Zweden, waar ik woon, en dus heb ik nog net even de gelegenheid om voor mijzelf, en voor deze website, te noteren wat ik van deze roman verwacht. ‘Roman’, schrijf ik, omdat ik er op basis van Arjan Peters’ recensie van uitga dat het boek als zodanig gepresenteerd is. In mijn vorige bericht over De ontdekking van Moskou zei ik al dat ik me afvroeg hoe het boek het zou doen bij de gewone lezers, wie dat ook zijn. Beroepslezer Arjan Peters was alvast duidelijk: dit boek is volgens hem terecht niet gepubliceerd door Mulisch zelf, en de poging van de bezorgers om het te verkopen als de sublieme spil van het oeuvre is een faliekante misstap.

Zou kunnen natuurlijk. Hoewel ik het tot nu toe altijd oneens ben geweest met Peters’ meningen over Mulisch’ oeuvre, ben ik geneigd hem voorlopig te geloven.

Ik denk dat De ontdekking van Moskou wel een belangrijk werk is in Mulisch’ oeuvre, maar niet omdat het een meesterwerk is, dat je “gelezen moet hebben”. Dat soort boeken zijn te vinden in het oeuvre dat Mulisch zelf gepubliceerd heeft. Welke daarvan zullen de tijd overleven? Het stenen bruidsbed is misschien wel zijn grootste prestatie, maar leest lastig. De ontdekking van de hemel is erg dik, maar zal voorlopig wel gelezen blijven worden. De aanslag, door Peters (cynisch?) een succesroman genoemd, heeft eigenschappen die latere generaties kunnen blijven bekoren. De elementen is een outsider, zou je kunnen zeggen. Enfin, het blijft gokken.


Nee, De ontdekking van Moskou lijkt mij op voorhand een boek voor liefhebbers, voor literatuurwetenschappers en misschien voor schrijvers; je kunt je voorstellen dat een grandioze mislukking voor hen lezenswaard kan zijn. Ik zou bijvoorbeeld best willen weten wat Jeroen Brouwers ervan vindt.

Ik schreef het al eerder, ik hoop door dit boek te begrijpen waarom Mulisch een decennium lang geen romans publiceerde. Mijn theorie schrijf ik nu op, nu ik het boek nog niet gelezen heb. Ik baseer mij op de fragmenten die in de loop der jaren prijsgegeven zijn en mijn algemene theorie over het oeuvre.

Ik denk dat Mulisch met De ontdekking van Moskou als het ware na Het stenen bruidsbed een verkeerde afslag genomen had en een schrijver aan het worden was, die hij uiteindelijk niet was. Zelf achtte hij De ontdekking van Moskou bloedeloos, omdat het niet over mensen ging. (Waar ging het dan wel over?) Mulisch was uiteindelijk geen schrijver van bloedeloos werk, hoe cerebraal het soms ook was, en al waren zijn personages dragers van maskers, mensen zijn dat volgens hem ook, en die maskering heeft algemeen-menselijke emotie nauwelijks in de weg gestaan.


In De ontdekking van Moskou was Mulisch van plan een techniek toe te passen, die hij eerder in Het stenen bruidsbed gebruikt had. Om die te verduidelijken, een korte toelichting. Het stenen bruidsbed bestaat uit drie verhaallijnen:

  1. Norman Corinth, voormalige boordschutter van een Amerikaanse bommenwerper, bezoekt de stad Dresden die hij mede heeft gebombardeerd. Hij heeft een one night stand met de Oost-Duitse Hella. Hij slaat de West-Duitser Schneiderhahn in elkaar en krijgt ten slotte een auto-ongeluk.
  2. De bommenwerper van Corinth nadert Dresden, werpt zijn bommen af en keert terug naar de stad waarbij Corinth burgers die in de Elbe gevlucht zijn mitrailleert. De bommenwerper wordt vervolgens aangeschoten en stort na enige tijd neer.
  3. Op de achtergrond van dit alles staat de oorlog om Troje, o.m. de dood van Patroclus en het tweegevecht van Achilles en Hector.

De gemeenschappelijke thematiek van deze verhaallijnen is de gelijkstelling van de stad en de vrouw (Troje – Helena; Dresden – Hella) en daaruit volgend de gelijkstelling van de verovering/vernietiging van de stad en het versieren/beslapen van de vrouw.

De drie verhaallijnen worden bijeen gehouden doordat het relaas van de gemeenschap van Corinth en Hella abrupt overgaat in de beschrijving van het bombardement in de oorlog. Deze beschrijving is gesteld in een pseudo-homerische stijl. Als volgt dus:

Snikkend, roepend gleden zij in elkaar. De nacht brak, ikonen begonnen te glanzen en de kamer

IIe Zang

blakert. Zoals in het paleis kristallen luchters en schitterende kronen de afmetingen van de feestzaal doen uitkomen – en glimlachend over het marmer schrijdt de President, aan zijn arm zijn vrouw, en hij zegt iets tegen haar, en wuift naar de gasten, die het volkslied zingen: zo markeren felle ontploffingen de hoogte van de nacht, de diepte van de jammerlijke buitenwijk, waar het geschut blaft op de daken, in parken, in wagons.

Zo zijn dus de coïtus uit 1956, het bombardement uit 1945 en (vanwege de stilistische verwijzing naar Homerus) de mythische oorlog tegelijk aanwezig.

[bol_product_links block_id=”bol_54d7682cc6f2e_selected-products” products=”9200000046552364,9200000011366320,1001004000020000″ name=”notitie” sub_id=”titelverklaringelementen” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”580″ cols=”3″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]

Op eenzelfde manier, maar dan geradicaliseerd, wilde Mulisch De ontdekking van Moskou schrijven. Deze roman was geboren uit een zinnetje dat Mulisch ooit las in een popularisend geschiedenisboek: in 1492 zou niet alleen Columbus Amerika ontdekt hebben, maar zou ook een Oostenrijkse bisschop tevergeefs een expeditie hebben uitgezonden om Moskou te vinden. Niet alleen konden de reizigers Moskou niet vinden, Mulisch kon nergens informatie vinden over deze expeditie. Dat, verklaarde Mulisch in De toekomst van gisteren, was op zich nog een bruikbaar gegeven. Het zou een boek worden over een dubbele mislukking: een twintigste-eeuwse schrijver zou vergeefs op zoek zijn naar gegevens over de expeditie, en de expeditie zou ook niet slagen. Een van de expeditieleden zou een schrijver zijn en de verhaallijnen van de twee schrijvers zouden, zoals in Het stenen bruidsbed, in elkaar overlopen, maar dan voortdurend, zoals te lezen is in de fragmenten van De ontdekking van Moskou die gepubliceerd werden.


Terug naar Het stenen bruidsbed en de rol van de Trojaanse oorlog in dat boek. Op zichzelf is het niet ongebruikelijk dat een mythe wordt gebruikt als achterliggende structuur.Harry Mulisch Je kunt volhouden dat in het grootste deel van de westerse literatuur voortdurend gebruik wordt gemaakt van mythen, legenden en grote literaire werken. Ook de modernisten gingen hier gewoon mee door, zij het vaak ironiserend; de “homerische” zangen in Het stenen bruidsbed zijn hier een voorbeeld van. De kwestie is nu dat Mulisch’ gebruik van mythen (of archetypen als men wil) een heel speciale betekenis heeft die in vrijwel al zijn werken terug te vinden is.

Om dit duidelijk te maken eerst een korte verhandeling over Het zwarte licht uit 1956. Hierin gebruikt Mulisch voor het eerst een vorm van spiegeling van twee verhaallijnen. In deze roman wordt de beiaardier Maurits Akelei op 20 augustus 1953 46 jaar. Hij is een eenzame, vrij zonderlinge figuur en voor het eerst in jaren wil hij zijn verjaardag vieren. Gaandeweg de roman wordt duidelijk dat bepaalde gelovigen van mening zijn dat die dag de wereld zal vergaan. Tegelijk komen we op verschillende manieren te weten wat er 23 jaar eerder is gebeurd: tijdens een feest in de studentensociëteit, waarbij een rivaliserend corps een inval deed, bedroog Akeleis jeugdliefde Marjolein hem, waarna zij zelfmoord pleegde. De suggestie wordt gewekt dat hij haar daar in feite de opdracht voor gegeven had. Die avond viert Akelei zijn verjaardagsfeestje en er zijn duidelijke overeenkomsten met het feest van 23 jaar eerder (het ophangen van de versieringen, de Dixieland-muziek, de ongenode gasten). In 1930 verging Akeleis wereld met het bedrog van Marjolein, in 1953 vergaat zelfs de hele wereld: het einde der tijden van het bijbelboek Openbaring is aangebroken. Dit type van vergroting, waarin de misère van een hoofdpersoon wereldomspannende proporties krijgt, paste Mulisch in deze jaren ook toe in o.m. De versierde mens.

Bekeken in het licht van spiegelende verhaallijnen zijn er dus de volgende stappen in het oeuvre: Het zwarte licht, Het stenen bruidsbed, De ontdekking van Moskou. In de eerste roman gaat het er nog redelijk conventioneel aan toe. In Het stenen bruidsbed gaat Mulisch een stap verder doordat hij de vertelling door laat lopen terwijl hij van de ene naar de andere verhaallijn springt. En dit laatste zou hij dus op grote schaal in De ontdekking van Moskou toe willen passen, misschien wel in de roman als geheel.

Daar komt het gegeven bij dat Mulisch in latere versies steeds weer een nieuwe schrijver nodig had om over de twee genoemde schrijvers te schrijven. In De toekomst van gisteren schreef hij dan ook dat het probleem met De ontdekking van Moskou niet was dat hij geen gegevens over de expeditie kon vinden, maar dat het verhaal weigerde om vorm aan te nemen. Gebrek aan vorm, had hij daarom nieuwe schrijvers nodig?

Wat ontbeerde De ontdekking van Moskou, dat in Het zwarte licht en Het stenen bruidsbed wel aanwezig was? Welk vormgevend principe? In de beide romans uit de jaren vijftig was er een in wezen hiërarchische relatie tussen de verhaallijnen van Akelei resp. Corinth en stond op de achtergrond daarvan de structuur van resp. het laatste bijbelboek en de Trojaanse oorlog. Ik denk dat Mulisch in De ontdekking van Moskou geprobeerd heeft het zonder hiërarchie en waarschijnlijk ook zonder achterliggende structuur te doen.

Mijn hypothese is dat de twee verhaallijnen geen hiërarchische verhouding tot elkaar zouden krijgen, maar het verhaal uit de vijftiende eeuw zou de achterliggende structuur zijn van dat van de twintigste eeuw, en vice versa. Zo zou het boek geen centrum hebben, althans, in de plannen van Mulisch, want dat boek heeft hij dus niet kunnen schrijven, althans, niet tot zijn volle tevredenheid. Dat is wat er mislukt is.


Ik ben geen kenner van het postmodernisme, maar heb altijd het idee gehad dat Mulisch na Het stenen bruidsbed ergens op de grens tussen modernisme en postmodernisme heeft gebalanceerd. Zou Mulisch in deze hypothetische opzet geslaagd zijn dan zou dat, denk ik, een postmodernistische roman hebben opgeleverd. Maar uiteindelijk heeft Mulisch, misschien op basis van dit fiasco, een andere keuze gemaakt. Deze keuze heeft in dat geval natuurlijk niets te maken gehad met overwegingen over het (post)modernisme, maar met het soort schrijver dat hij wilde zijn en dat was geen schrijver die vanuit Het stenen bruidsbed zou radicaliseren. Wel wilde hij doorgaan met de macht die structuren, grotere gehelen over een mensenleven uit kunnen oefenen en de morele implicaties en complicaties die daaruit volgen. Daarover schrijf ik later graag nog eens wat.

De ontdekking van Moskou: vooraf
Een hypothese over De ontdekking van Moskou, opgesteld vóór lezing van het boek. Waarom was het boek mislukt in Mulisch' ogen?